De emoe (Dromaius novaehollandiae) is eenAustralische loopvogel. Hij behoort tot de groep van de Ratites, netzoals de grotere Afrikaanse struisvogel en de kleinere Zuid-Amerikaansenandoe. Hun volwassen gewicht ligt tussen 35 – 65 kg en rechtstaandbereiken ze soms 1,70 m hoogte. Deze vogels kunnen tot 30 jaar oudworden. Emoes komen in het wild enkel voor in Australië, maar ze wordenwereldwijd gehouden als huisdier en soms ook op grote emoe-farms.
Emoes worden gehouden op weiland, al dan niet bebost. Vanaf de leeftijdvan 3 weken moeten ze beschikken over een buitenbeloop (indien het weer hettoelaat). Zorg voor een niet te gladde bodem, ook in de winter bij vriesweer.De omheiningen moeten voorkomen dat de dieren ontsnappen en moeten minstens 1.5m hoog zijn. De constructie moet veilig zijn, zodat ze zich er nietkunnen aan kwetsen of in geklemd geraken. Best is een sterke, elastischeomheining, die ook voor de vogels goed zichtbaar is. Prikkeldraad enelektrische schrikdraad zijn bij wet verboden. De minimum oppervlakte vandit buitenbeloop voor volwassen vogels (>12 maanden) is 450 m² met eenminimum per dier van 150 m².
Ze moeten ook steeds vrije toegang hebben tot een binnenhok om zich te kunnen beschermen tegenongure weersomstandigheden. De hoogte van dit hok is minimum 2 m en moetdaglicht binnenlaten. De deuropening moet minstens 1.5 m breedzijn. De minimale oppervlakte zal 20 m² zijn met een minimum oppervlakteper dier van 2.5 m² (voor dieren van 12 maanden of ouder). Geen enkeleloopvogel mag individueel gehouden worden. Agressie tussen de dieren moetzoveel mogelijk vermeden worden. Emoes moeten kunnen beschikken over eenwaterbad en schaduw.
Emoes gelijken uiterlijk sterk op struisvogels, maar hun darmstelsel is zeerverschillend. Er kan dus niet zomaar wat struisvogelvoer aan emoesgevoederd worden. Commerciële voeding voor emoes is zeldenverkrijgbaar. Voorzie daarom deze vogels best van een mengeling van 2/3kalkoenkorrel (zonder chemische toevoegsels) + 1/3 struisvogelkorrel.Naast dit basisvoedsel eten ze ook nog wat planten zoals grassen en kruiden,evenals insecten en fruit. Drinkwater moet steeds ter beschikkingzijn. Loopvogels hebben geen tanden en geen krop. Daarom hebben zereeds vanaf de eerste levensdagen maagkiezel nodig. Dit zijn echtesteentjes (geen kalk !) die ter beschikking moeten gesteld worden. Degrootte van de grootsteteennagel van de vogel vormt een goede maatstaf voor de gemiddelde grootte vande maagsteentjes.
De grootte en het aantal van de voederbakken en drinkplaatsen moet voldoende zijnopdat alle vogels gelijktijdig kunnen eten en drinken.
De kuikens zijn donkergrijs gestreept. Dit streeppatroon verdwijnt bij het ouderworden. Kuikens zijn nestvlieders. Zij lopen reeds rond, zeer snelna het uitkippen. Kuikens tot 3 maand ouderdom mogen niet met meer dan 30dieren in groep gehouden worden. De minimum oppervlakte van het binnenverblijf voor kuikens tot 1 maand is 5 m²,met een minimum van 0.35 m² per kuiken. Voor kuikens van 1 tot 3 maand isdit respectievelijk 10 m² en 0.75 m², voor kuikens van 3 tot 12 m, 20 m² en 1.5m².
Ze moeten over een buitenbeloop beschikkenvanaf de leeftijd van 1 maand. De oppervlakte is minimum 25 m² met eenminimum van 5 m² per dier tot de leeftijd van 3 maand. Daarna tot 12 mwordt dat 350 m² met een minimum van 125 m² per dier. Succesvol kuikensopfokken is niet zo eenvoudig. Jonge kuikens hebben behoefte aan warmte,natuurlijk daglicht, frisse zuurstofrijke lucht en veel bewegingsruimte op eenniet-gladde bodem. Aangepaste kuikenvoeding wordt zo vlug mogelijk na hetuitkippen verstrekt, evenals proper drinkwater. Beiden ad libitum.
Wetgeving
Emoes vallen onder de Vlarem milieuwetgeving. Men kan in Vlaanderen emoes houden zonder vergunning:
tot en met 19 dieren in agrarisch gebied,
tot en met 9 dieren in woongebied met landelijk karakter,
tot en met 4 dieren in overige gebieden
een onbeperkt aantal kuikens jonger dan 3 weken.
Voor het houden van meer dieren (tot 500) is een klasse II vergunning nodig en voor meer dan 500 een klasse I vergunning.
Ook in de wet op het dierenwelzijn(KB van 4 / 03 /2005) werden emoes opgenomen. Alle afmetingen van hokkenen buitenbelopen, evenals alle andere adviezen in deze folder zijn inovereenstemming met deze wetgeving.
Vooralde preventieve diergeneeskunde is bij alleloopvogels belangrijk. Voorkomen is beter dan genezen ! Metpreventie bedoelen wij niet zozeer vaccinaties en preventieve behandelingen,maar wel het scheppen van een gunstige leefruimte voor de dieren, een goed‘management’. Gelukkige dieren zijn gezonde dieren.
Vaccineren(bijvoorbeeld tegen NCD) doen we meestal enkel als er gevaar dreigt of als hetwettelijk verplicht is. Ook ontwormen is bij deze diersoort niet altijdnodig. Het hangt af van het bedrijf. Laat best eerst uw dierenartseen meststaal onderzoeken op wormeieren vooraleer te ontwormen. Dit isgoedkoper, gemakkelijker en gezonder.
Is uw dier toch ziekof gewond, weesdan zeer voorzichtig met geneesmiddelen. Sommige antibiotica en anderegeneesmiddelen zijn dodelijk voor loopvogels. Ook bijna alle insecticidenen pesticiden zijn levensgevaarlijk.
Eenziek dier moet eerst door een dierenarts onderzocht worden zodat er eenjuiste diagnose kan gesteld worden en dan pas kan men een behandelingstarten.
Alleinformatie in deze folder is zorgvuldig samengesteld door dr. J.Nackaerts. Zowel de wetgeving als onze kennis over deze diersoort kanveranderen. Hou dus zeker rekening met de onderstaande datum vansamenstelling.